Waarom kijken we zo geboeid naar angstaanjagende (halloween)films?
Afgehakte hoofden, sadistische spoken, beestachtige seriemoordenaars: bij horrorfilms kan het ons niet eng genoeg worden. Waarom blijven we naar al die schokkende taferelen kijken? En waarom zitten sommige mensen er juist totaal niet op te wachten? NU.nl praat erover met een horrormaker en twee wetenschappers.
Griezelfans staan vandaag tijdens Halloween te popelen om bang gemaakt te worden. Dat lijkt misschien raar, want in ons ‘echte’ leven zitten we natuurlijk niet te wachten op zulke doodsangsten. Toch is die fascinatie – beter bekend als morbide nieuwsgierigheid – moeilijk te weerstaan. Je ziet het ook terug in ramptoerisme of kijkfiles.
Vanuit de evolutie heeft dat een functie, vertelde cognitief neurowetenschapper Victor Lamme eerder aan NU.nl. “Het is belangrijk om te weten waar potentieel gevaar in zit. De functie van zulke negatieve emoties is om ervoor te zorgen dat je zelf narigheid vermijdt. Daar wordt enorm waarde aan gehecht, zolang het controleerbaar is en het andere mensen betreft. Zodra je zelf bij een aanslag aanwezig bent, ren je natuurlijk hard weg.”
Deze inhoud kan helaas niet worden getoondWij hebben geen toestemming voor de benodigde cookies. Aanvaard de cookies om deze inhoud te bekijken.
Veilige manier van onheil beleven
“Horrorfilms zijn als een achtbaan”, vertelt Chris W. Mitchell, die films als De poel en De openbaring maakte. “Je krijgt misschien het gevoel dat je bijna dood gaat, maar tegelijkertijd weet je dat je veilig zit. Een goede horrorfilm geeft datzelfde gevoel. Je kijkt naar een ander en weet dat het jou niet gaat overkomen.”
Mitchell noemt griezelklassieker The Thing – over een groep onderzoekers die te maken krijgt met een buitenaardse parasiet – als een van zijn beste griezelervaringen. “Ik was achttien toen hij uitkwam. Het moment dat die hond transformeert; ik had nog nooit zoiets gezien. Tegenwoordig raak ik steeds vaker teleurgesteld. Maar toch blijf ik het proberen, haha.”
“Veel Amerikaanse horrorfilms werken volgens een vaste formule”, legt Mitchell uit. “Dan wordt het langzaamaan steeds iets stiller, zodat je vervolgens met een heel hard geluid aan het schrikken gemaakt wordt. Voor een filmmaker is dat heel makkelijk. Ik vind die ‘jump scares’ vervelend. Soms gebruik je ze om mensen bij de les te houden, maar het wordt al snel een goedkoop trucje.”
Deze inhoud kan helaas niet worden getoondWij hebben geen toestemming voor de benodigde cookies. Aanvaard de cookies om deze inhoud te bekijken.
Lekkere kick door stresshormonen
Toch smullen bioscoopbezoekers er nog altijd van. De horrorfilms Smile en Halloween Ends trekken momenteel bijvoorbeeld volle zalen. Dat is deels te verklaren door onze biologie. Bij stress maak je hormonen zoals adrenaline aan, die kijkers een lekkere kick kunnen bezorgen. Na de schrik zorgt dopamine voor een voldaan gevoel. Bij de een blijft die stof beter hangen dan de ander. Onderzoek wijst uit dat dopamine minder wordt afgeremd bij spanningzoekers, zoals griezelfanaten.
Voor andere mensen is het juist heel vervelend om bang gemaakt te worden. “Je kunt wel degelijk angsten overhouden aan horrorfilms”, vertelt VU-wetenschapper en gezondheidspsycholoog Tara Donker. “Vooral met jonge kinderen moet je echt voorzichtig zijn. Je kunt een specifieke angst ontwikkelen bij het zien van gruwelijke gebeurtenissen. Mensen kunnen een clownfobie overhouden aan It, of spinnenangst na het zien van Arachnophobia.“
Donker ontwikkelde de app Zerophobia om zulke fobieën tegen te gaan. Via augmented reality loopt er dan bijvoorbeeld een virtuele spin over je hand, zodat je op een gecontroleerde manier aan je angst wordt blootgesteld. “Bij horror zal dat net zo werken”, vertelt de onderzoeker. “Kijk maar eens een film voor de tweede keer, dan is hij al veel minder eng. Als je bang bent voor horrors, zou je ook steeds kleine stukjes kunnen kijken. Net zolang tot je er geen angst meer bij voelt. Zolang die blootstelling maar geleidelijk gaat.”
Hoezo moet je een beetje ziek in je hoofd zijn om horror te maken? Ik ben de meest gezonde man die ik ken.
Films als vorm van zelftherapie
Griezelschrijver Stephen King legde in 1981 uit waarom hij graag naar de bloederigste, meest verontrustende griezelfilms kijkt. “Het is alsof je een luik opent in het beschaafde deel van je hoofd, om een mand vol rauw vlees naar beneden te kieperen voor de hongerige alligators die daar rondzwemmen. Waarom? Om te zorgen dat die beesten niet naar boven komen.”
“Ik begrijp wel wat hij bedoelt”, reageert Mitchell met een lach. “Mensen denken misschien dat je een beetje ziek in je hoofd moet zijn om horrors te maken. Maar ik ben de meest gezonde man die ik ken. Alle horrormakers die ik ken, zijn ontzettend lieve mensen. Ze hebben een manier gevonden om die alligators te voeden. De figuren waar je voor moet oppassen, zijn juist de mensen die normaal doen.”
Mitchell baseert zijn enge verhalen op eigen gedachtes en ervaringen. “Iets houdt me bezig, of ik ben ergens bang voor. Dat schrijf ik er dan uit als een soort exorcisme. Horror en zwarte komedie gebruik ik daarbij als gereedschap. Intussen weet ik dat er meer mensen zullen zijn met dezelfde angsten als ik. Hopelijk hebben zij er dan ook nog iets aan.”