Verdachte Mauritshuis wil oordeel Hoge Raad voor politierechter zaak behandelt
De derde verdachte van de klimaatactie bij het beroemde schilderij Meisje met de parel in het Mauritshuis wil dat de Hoge Raad zich eerst buigt over de zaak voordat hij vrijdag voor de politierechter verschijnt. Advocaat Willem Jebbink zal de rechter hier vrijdag om verzoeken, meldt hij.
Volgens de advocaat moet de Hoge Raad zich eerst uitspreken over “de reikwijdte van de vrijheid van expressie en demonstratie” in de zaak.
Jebbink vindt de zaak “veel te complex” om vrijdag al te worden beoordeeld door een alleensprekende rechter. “Deze zaak wordt beheerst door de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van demonstratie. Cliënt en zijn mededemonstranten hebben zich immers niet voor hun lol of uit baldadigheid vastgeplakt bij en op het glas van het schilderij.”
De derde verdachte plakte zijn hand tegen het achterpaneel van het schilderij en gooide een rode vloeistof over Wouter M, die zijn hoofd vastplakte aan het meesterwerk. Wouter M. en de filmer werden woensdag via een supersnelrechtszitting veroordeeld tot twee maanden cel, waarvan één voorwaardelijk. M. heeft donderdag laten weten in hoger beroep te gaan. De derde verdachte had een supersnelrechtszitting geweigerd.
Jebbink noemt de veroordeling van de andere twee activisten “draconisch”. “Het oordeel, dat de vrijheid van meningsuiting niet geldt omdat tijdens de actie niets gezegd zou zijn, is losgezongen van de juridische realiteit. Nog los van het feit dat de demonstranten tijdens de actie wel degelijk mondeling hebben uitgelegd waarom ze dit deden.”