Scholen in carnavalsprovincies krijgen extra week voor afname doorstroomtoets
In de carnavalsprovincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland hebben scholen een extra week gekregen om de doorstroomtoets af te nemen. Deze extra week is toegevoegd aan de bestaande periode waarin de toets moet worden afgenomen. Het doel van de extra week is om ervoor te zorgen dat leerlingen die in de carnavalsprovincies wonen, niet in de knel komen door de carnavalsvakantie.
De doorstroomtoets is een belangrijk onderdeel van het basisonderwijs. Het is een toets die leerlingen aan het einde van het schooljaar moeten afleggen om te bepalen of ze naar het voortgezet onderwijs mogen. De toets wordt afgenomen tussen april en juni, maar in de carnavalsprovincies begint de carnavalsvakantie al in februari.
Om ervoor te zorgen dat leerlingen in de carnavalsprovincies niet in de knel komen door de carnavalsvakantie, heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloten om een extra week toe te voegen aan de bestaande periode waarin de toets moet worden afgenomen. Dit betekent dat leerlingen in deze provincies tot eind juni de tijd hebben om de toets af te leggen.
Het ministerie benadrukt dat de extra week alleen geldt voor leerlingen in de carnavalsprovincies. Leerlingen in andere provincies moeten gewoon binnen de bestaande periode de toets afleggen.
Het ministerie hoopt dat de extra week ervoor zorgt dat leerlingen in de carnavalsprovincies niet in de knel komen door de carnavalsvakantie en dat ze voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de doorstroomtoets.