Myanmar is een land dat al lange tijd wordt geteisterd door conflicten. Het leger van Myanmar heeft de afgelopen jaren steeds meer burgers aangevallen met toenemende brutaliteit en op verschillende manieren. Deze aanvallen hebben geleid tot gewelddadige confrontaties tussen het leger en de burgers, waarbij veel mensen zijn gedood, gewond geraakt of vermist.

De aanvallen begonnen in 2017, toen het leger een militaire operatie begon in de staat Rakhine, waar veel Rohingya-moslims wonen. Het leger heeft deze moslims systematisch vervolgd, verkracht en vermoord. Ook hebben ze dorpen platgebrand en mensen gedwongen te vluchten.

In 2019 begon het leger ook aanvallen op andere minderheden in het land, waaronder de Kachin, de Shan en de Karen. Het leger heeft verschillende tactieken gebruikt om de burgers aan te vallen, waaronder bombardementen, executies, verkrachtingen, gijzelingen en martelingen.

De situatie in Myanmar is ernstig. Het VN-mensenrechtenkantoor heeft herhaaldelijk gewaarschuwd voor de toenemende brutaliteit van het leger en de verslechtering van de mensenrechtensituatie in het land. Er is dringend behoefte aan internationale actie om de situatie te verbeteren. De internationale gemeenschap moet samenwerken om een einde te maken aan deze gruwelijke aanvallen op burgers en een einde te maken aan het geweld in Myanmar.