De Japanse vliegtuigramp van 13 december 2016 was een tragedie die het leven van alle passagiers en bemanning aan boord kostte. Hoewel de vliegtuigramp een enorme tragedie was, werd het leven van 379 mensen gered door een veiligheidstest die voorafgaand aan de ramp was uitgevoerd.

De veiligheidstest werd uitgevoerd door een onafhankelijke organisatie genaamd Japan Transport Safety Board (JTSB). De test werd uitgevoerd om te bepalen of het vliegtuig dat de ramp veroorzaakte, veilig genoeg was om te vliegen. De test omvatte een grondige inspectie van alle onderdelen van het vliegtuig, waaronder de motoren, de brandstoftanks, de stuurinrichting en de navigatiesystemen.

De resultaten van de test toonden aan dat het vliegtuig niet veilig genoeg was om te vliegen. De JTSB raadde daarom aan dat het vliegtuig niet mocht worden gebruikt totdat er aanpassingen aan het vliegtuig waren gedaan om het veiliger te maken. De luchtvaartmaatschappij die het vliegtuig exploiteerde, weigerde echter de aanbevelingen van de JTSB op te volgen.

Hoewel de luchtvaartmaatschappij weigerde de aanbevelingen van de JTSB op te volgen, werden er toch 379 mensen gered door de veiligheidstest. De JTSB had namelijk bepaald dat er aanpassingen moesten worden gedaan aan het vliegtuig voordat het kon worden gebruikt. Als gevolg hiervan kon het vliegtuig niet worden ingezet voor de geplande vlucht, waardoor 379 mensen die anders mee zouden zijn gegaan, werden gered.

Het is duidelijk dat veiligheidstests een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van vliegtuigrampen. Door middel van grondige inspecties kunnen veiligheidsproblemen worden opgespoord en opgelost voordat ze tot een ramp kunnen leiden. In dit geval heeft de veiligheidstest 379 levens gered.