Duncan Laurence drukt Songfestival-artiesten op het hart: ‘Laat je niet leven’
Duncan Laurence is deze weken even in Nederland voor zijn tournee, familiebezoek én de bekendmaking van de deelnemers aan het Eurovisie Songfestival, die hij bij elkaar bracht. Ondertussen werkt hij aan een nieuw album, waarbij hij ook de clips zelf regisseert. En toch heeft hij weinig last van stress. In gesprek met NU.nl vertelt de zanger hoe hij dat doet: zelf de controle houden.
“Er is een plan, ik weet waar ik heen wil”, vertelt de 28-jarige artiest. “Dat voelt heel lekker, ik heb er echt veel meer grip op. Nu weet ik: dit wil ik, zo moet het en daar gaan we heen. De stress is eraf. Het is niet meer die snelkookpan die het ooit was. Ik maak mijn eigen keuzes en ik weet wanneer het even wat meer is of juist iets minder. Er is daardoor veel meer balans.”
Dat is weleens anders geweest: toen hij in 2019 het Eurovisie Songfestival won met Arcade, was hij de eerste Nederlandse winnaar in ruim veertig jaar. Iedereen wilde iets van hem en had een mening over hoe hij nu verder moest. Dat leverde veel druk op. “Er waren gewoon heel veel vragen. Alles kwam na elkaar en ik had helemaal niet de ruimte om na te denken over een set voor een concert, of het maken van een album. Er kwam zo veel op me af.”
Dinsdag werd bekend dat Laurence wederom betrokken is bij het Songfestival: hij bracht Dion Cooper en Mia Nicolai bij elkaar. Samen schreven ze het nummer waarmee het gelegenheidsduo Nederland vertegenwoordigt tijdens de editie van 2023.
Een week eerder vertelde Laurence in gesprek met NU.nl nog niets over zijn aandeel, maar wilde hij potentiële nieuwe inzendingen wel iets op het hart drukken: “Neem de tijd. Bereid een album voor, of bepaal in ieder geval wat de stappen zijn die je wil zetten. Laat je niet leven, blijf bij de basis, blijf bij je muziek. Soms vond ik dat echt lastig.”
‘Ik wil niet meer denken: dit moeten we doen’
Het kostte tijd, maar hij laat zich nu niet meer leven. Door met zijn partner Jordan Garfield zelf alles te schrijven voor het nieuwe album en zelfs de regie van zijn clips in eigen hand te nemen, heeft Laurence de controle.
“Ik wil niet meer denken: dit moet”, vertelt de zanger. “Na Arcade werd me regelmatig gezegd dat ik concessies moest doen aan mijn muziek, omdat het op die manier wel zou aanslaan. Terwijl ik voor het Songfestival allerlei platenmaatschappijen ben afgegaan mét Arcade en iedereen zei: ‘Dit komt nooit op de radio’. Niemand weet wat het goed gaat doen, dus waarom zou ik luisteren naar wat zogenaamd sowieso zou werken? Ik doe het gewoon op mijn manier, met een geweldig team om me heen en dat werkt voor mij.”
“Het is dus niet: het móét een hit worden en daar zetten we op in. Maar gewoon: hier heb je een liedje. En hier heb je er nog eentje. Iedereen een cadeautje”, lacht Laurence. “Zo bereik ik meer mensen, want misschien vind je het ene liedje niks, maar het andere wel. Ik daag mezelf uit als creatieveling en wil steeds meer en mooier. Dat is waar het om gaat. Arcade is het waanzinnigste cadeau dat ik had kunnen krijgen als beginnend artiest en nu ga ik lekker verder.”
‘Ik ben gaan kijken naar Adele’
Dat de zanger goed in zijn vel zit, wordt ook duidelijk tijdens zijn optredens. Als de apparatuur het tijdens zijn concert in de Melkweg begeeft, doet hij het af met een grapje en zet hij onverwacht een liedje van het nieuwe album in. De zenuwen die hij vroeger nog wel eens voelde, zijn weg.
“Ik ben me een stuk minder zorgen gaan maken over wat ik tussendoor moet zeggen of moet doen. Ik ben gaan kijken naar iemand als Adele, die gewoon lekker op het podium staat. Die zingt en roept daarna: ‘Zo, deze jurk zit ook voor geen meter’. Dat eerste gevoel uitspreken is zoiets puurs en ook heel erg Nederlands. Ik dacht altijd dat dat niet professioneel was, maar nu denk ik: is het niet professioneler als ik gewoon lekker mezelf kan zijn?”
Daar wees zijn onlangs overleden opa hem ook steeds op. “Mijn opa had altijd zijn eigen manier van leven. Hij was altijd trouw aan zichzelf en zijn eigen gevoel. Toen hij onlangs overleed, ben ik zijn voorbeeld steeds meer gaan volgen. ‘Ik luister naar je, opa’, heb ik gezegd, en dat helpt me zo. Ik hoef geen concessies meer te doen, ik hoef me niet meer aan te passen aan wat anderen willen. Ik ben gewoon wie ik ben, wie ik wil zijn.”