Deense bond gaat voor elke goal geld doneren aan arbeidsmigranten in Qatar

Deense bond gaat voor elke goal geld doneren aan arbeidsmigranten in Qatar

De Deense voetbalbond DBU gaat voor elk doelpunt dat in november wordt gemaakt in het amateur- en profvoetbal in Denemarken geld doneren aan arbeidsmigranten in WK-gastland Qatar. Per doelpunt maakt de bond 10 Deense kroon over, omgerekend 1,34 euro.

Met de actie wil de DBU een bijdrage leveren aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in Qatar. “We kijken uit naar het WK en gaan het Deense elftal daar ondersteunen”, staat in een verklaring op de website van de bond.

“Maar we zijn nog steeds sceptisch wat betreft de mensenrechtenschendingen waar sommige arbeidsmigranten in Qatar mee te maken hebben. Daarom willen we namens het hele Deense voetbal geld doneren aan deze arbeidsmigranten, om voor betere voorwaarden en omstandigheden te zorgen.”

Vorig jaar werden in november meer dan 55.000 doelpunten gemaakt in het Deense voetbal, los van goals in het jeugdvoetbal. Die doelpunten in het jeugdvoetbal tellen niet voor de actie.

De opbrengst gaat naar de internationale vakbond voor arbeiders in de bouwsector, de BWI. Die organisatie maakt zich al geruime tijd sterk voor verbetering van de situatie in Qatar. De BWI gebruikt de opbrengst van de Deense doelpuntenactie daar ook voor.

Amnesty International en diverse Europese voetbalbonden, waaronder de KNVB en de DBU, hebben de mondiale federatie FIFA herhaaldelijk opgeroepen een compensatiefonds op te zetten voor uitgebuite arbeidsmigranten in Qatar. Dat fonds zou moeten bestaan uit 440 miljoen dollar, gelijk aan het prijzengeld voor het WK.

De Europese werkgroep heeft de FIFA gevraagd uiterlijk eind oktober met een reactie te komen. Volgens een woordvoerder van de KNVB is die er vooralsnog niet.

Denemarken toont zich al langer een van de meest kritische landen als het gaat om het WK in Qatar. Zo treedt de ploeg van bondscoach Kasper Hjulmand op het toernooi aan versoberde shirts. Kledingsponsor Hummel wil vanwege de mensenrechtenkwesties in het land zo min mogelijk zichtbaar zijn.