Marijn van den Berg is een gewaardeerde collega bij zijn werkgever. Maar de laatste tijd hebben zijn collega’s gemerkt dat hij zich anders gedraagt. Ze zijn verrast door zijn gedrag en vrezen dat dit leidt tot problemen.

Marijn is altijd een vriendelijke, hardwerkende collega geweest. Maar de laatste tijd is hij steeds minder betrokken bij projecten en lijkt hij niet meer geïnteresseerd in zijn werk. Ook is hij vaak afwezig en komt hij te laat op het werk.

Zijn collega’s zijn bezorgd over Marijns gedrag. Ze vrezen dat het leidt tot problemen met betrekking tot de kwaliteit van het werk en de productiviteit. Ook is er een gevoel van ongemak onder de collega’s, omdat ze niet weten wat er aan de hand is met Marijn.

De directeur heeft Marijn gesproken over zijn gedrag en hem gevraagd om meer betrokken te zijn bij zijn werk. Marijn heeft toegezegd dat hij zal proberen beter te presteren, maar zijn collega’s blijven bezorgd. Ze hopen dat Marijn weer de oude wordt en dat hij weer betrokken raakt bij zijn werk.

Marijns gedrag heeft ervoor gezorgd dat zijn collega’s verrast zijn en bezorgd zijn over de toekomst. Als Marijn niet snel verbetert, kan dit leiden tot problemen op de werkvloer. Zijn collega’s hopen dat Marijn snel weer de oude wordt en dat hij weer betrokken raakt bij zijn werk.