De motoren achter die groei waren een hogere consumptie door huishoudens, meer investeringen en een groei van de export. Een kwartaal eerder kregen de Chinezen nog een flinke krimp van 2,7 procent voor de kiezen.

Dat kwam toen vooral door het strenge anticoronabeleid van de regering in Peking. De regering neemt zeer strenge lockdownmaatregelen om het aantal besmettingen zo klein mogelijk te houden. Daardoor worden onder meer de industrie en export flink geraakt.

Over het gehele jaar is de economie in China nu zo’n 3 procent groter dan een jaar eerder. Daarmee blijft het nog altijd achter bij de doelstelling om elk jaar zo’n 5,5 procent te groeien. Of dat percentage dit jaar nog wordt gehaald, is maar de vraag. Het strenge coronabeleid is vooralsnog niet losgelaten. Een eventuele opleving van het virus kan dus opnieuw voor strenge lockdowns zorgen.