De Palestijnse vluchtelingen in de Gazastrook hebben al jarenlang te maken met de Israëlische bezetting. De situatie is verslechterd sinds Israël in 2007 de Gazastrook heeft ingesloten. In mei 2019 heeft de Israëlische luchtmacht een vrachtwagen beschoten die vol zat met Palestijnse vluchtelingen.

Volgens Israël was de vrachtwagen een doelwit omdat het een militaire operatie was. Ze beweerden dat de vrachtwagen gebruikt werd door Hamas, de Palestijnse beweging die de Gazastrook bestuurt. Maar volgens getuigen was de vrachtwagen vol met vluchtelingen die op weg waren naar een ander dorp.

De aanval heeft veel schade aangericht. Er waren twee doden en acht gewonden, waaronder kinderen. De aanval heeft ook veel angst en onrust veroorzaakt onder de Palestijnse bevolking.

De aanval is een duidelijk voorbeeld van Israëlische agressie tegen Palestijnse burgers. Het is een schending van het internationaal humanitair recht en een inbreuk op de mensenrechten van de Palestijnen. Het is ook een duidelijke schending van het VN-verdrag dat Israël verbiedt om burgers te beschieten.

De internationale gemeenschap moet stappen ondernemen om te voorkomen dat dit soort aanvallen opnieuw plaatsvinden. Er moet een einde komen aan de Israëlische bezetting van de Gazastrook en er moet een einde komen aan de onderdrukking van de Palestijnse bevolking. Alleen dan zullen de Palestijnse vluchtelingen hun leven kunnen leiden in vrijheid en veiligheid.