VN-organisatie zegt dat Iran lichamen dode betogers achterhoudt
De mensenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties vindt dat Iran betogers die worden opgepakt slecht behandelt. Er zijn onder meer aanwijzingen dat het land de lichamen achterhoudt van demonstranten die tijdens protesten of in detentie zijn omgekomen.
Betogers gaan in Iran al weken de straat op tegen het beleid van de machthebbers. Aanleiding voor de demonstraties was de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, vorige maand.
De regering beantwoordt de demonstraties met hard politieoptreden en arrestaties. Mensenrechtenorganisaties in Iran zeggen dat er ten minste 250 mensen zijn omgekomen en nog eens duizenden zijn gearresteerd.
Het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten (OHCHR) zegt veel bewijzen gezien te hebben dat betogers en hun families slecht worden behandeld door de autoriteiten. Sommigen krijgen bijvoorbeeld geen medische zorg als ze die nodig hebben.
“We zijn in het bijzonder bezorgd over informatie dat de autoriteiten gewonde betogers van ziekenhuizen naar detentiecentra verplaatst en weigert de lichamen van degenen die zijn omgekomen aan de familie over te dragen”, zegt een woordvoerder. Volgens de OHCHR moeten nabestaanden soms beloven dat ze geen uitvaart organiseren of niet met de media spreken voordat ze het lichaam van hun naaste terugkrijgen.
Deze week opnieuw harde botsingen bij herdenking van Amini
Intussen verschijnen op sociale media beelden van betogers in de zuidoostelijke stad Zahedan die roepen om de dood van ayatollah Ali Khamenei. Ze noemen de hoogste leider van het land een dictator. In Zahedan kwamen vier weken geleden nog tientallen mensen om bij botsingen met de politie.
Deze week zouden in de stad Saqqez betogers beschoten zijn bij demonstraties. Ook zou er traangas worden in gezet, melden mensenrechtengroepen. Duizenden mensen waren in de geboorteplaats van Amini bijeengekomen om veertig dagen na haar dood het einde van de officiƫle rouwperiode te markeren.