Na zes jaar van onenigheid na het Catalaanse referendum: Spanje in verdeeldheid door verkiezingen
De verkiezingen in Spanje op 28 april 2019 hebben de verdeeldheid in het land verder vergroot. Na zes jaar van onenigheid na het Catalaanse referendum, is de politieke situatie in Spanje nog steeds onzeker.
In oktober 2017 hielden de Catalaanse regering en separatistische partijen een referendum over onafhankelijkheid. Hoewel de regering van Spanje het referendum verbood, gingen miljoenen Catalaanse burgers naar de stembus. De meerderheid stemde voor onafhankelijkheid.
De Spaanse regering reageerde met harde maatregelen. De Catalaanse leiders werden gearresteerd en vervolgd. Ook werd de Catalaanse autonomie beperkt.
Deze maatregelen hebben geleid tot een diepe verdeeldheid in Spanje. De verkiezingen van 28 april 2019 hebben deze verdeeldheid alleen maar vergroot.
De conservatieve Partido Popular (PP) won de verkiezingen, maar kreeg slechts 20% van de stemmen. De socialistische PSOE kreeg 29% van de stemmen, maar kon geen meerderheid vormen. Dit betekent dat er een coalitieregering moet worden gevormd om een nieuwe regering te vormen.
Deze situatie maakt het moeilijk om een oplossing te vinden voor de Catalaanse crisis. De separatistische partijen hebben hun invloed vergroot, maar hebben geen meerderheid. Dit betekent dat er geen eenvoudige oplossing is voor de crisis.
Het is duidelijk dat de verkiezingen in Spanje geen einde hebben gemaakt aan de verdeeldheid in het land. Er zal veel politieke wilskracht nodig zijn om een oplossing te vinden voor de Catalaanse crisis. Alleen dan kan er eindelijk weer rust komen in Spanje.