Overstappen op ander sociaal medium? Lukt alleen als je vrienden meegaan
Op Twitter klinkt veel kritiek op de kersverse eigenaar Elon Musk, maar tot een volksverhuizing heeft het nog niet geleid. Wat blijkt: overstappen naar een ander of nieuw socialemediaplatform is zo makkelijk nog niet.
Wanneer was de laatste keer dat je met al je vrienden overstapte naar een nieuwe app? Misschien heb je weleens geprobeerd om WhatsApp in te ruilen voor het meer privacybewuste Signal. Of wellicht haalden vrienden je over om voortaan op Telegram te chatten. Die alternatieven bleven waarschijnlijk op je telefoon staan, maar toch is de kans groot dat je nog steeds vooral WhatsApp gebruikt.
De kleinere platforms profiteren vaak van problemen bij de gevestigde orde, zoals Facebook, Twitter, Instagram en WhatsApp. Twitter-alternatief Mastodon kreeg er in de afgelopen week tienduizenden leden bij, dankzij kritiek op het beleid van Twitters nieuwe directeur Musk.
Op Twitter delen mensen hun Mastodon-account. Zo hopen ze anderen ertoe over te halen mee te verhuizen. Op Mastodon is de problematiek bij Twitter deels het gesprek van de dag en is nog niet zo veel leven in de brouwerij, doordat er simpelweg minder mensen zijn. Er is de spanning van een nieuwe dienst, maar het is ook nog een beetje onwennig. Niemand weet of Mastodon zijn gewonnen populariteit op de lange termijn zal volhouden.
Bestaande investering gooi je niet zomaar weg
Vaak is er al veel tijd en energie geïnvesteerd in een netwerk, waardoor overstappen lastiger wordt. “Mensen hebben een netwerk opgebouwd en zijn gewend geraakt aan het gebruik van een app”, zegt hoogleraar psychologie Paul van Lange van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Degenen die weinig ongemak van Musks beleid op Twitter zullen ervaren, stappen waarschijnlijk niet snel over, denkt hij. “Maar als mensen echt veel vraagtekens krijgen bij een platform – bijvoorbeeld als ze niet geassocieerd willen worden met Musk of Twitter – en er een goed alternatief is, dan maakt het een kans.”
Wat Mastodon (nog) niet lukt, lukte Facebook wel
Zo stapten we zo’n tien jaar geleden massaal over van Hyves naar Facebook. Hyves was een populair Nederlands sociaal medium, dat bekendstond om zijn krabbels, respect en de dansende banaan. Het Amerikaanse Facebook was internationaal, groter van opzet en werd sinds 2010 steeds populairder.
“Facebook werd in die tijd gezien als een beetje rebels en was een stuk gebruiksvriendelijker”, zegt freelance marketingstrateeg Sonja Loth. Daarnaast was Facebook uitgebreider. “Bij Hyves bleef het een beetje bij krabbelen en babbelen. Bij Facebook gebeurde echt iets.”
Het lukte het bedrijf van Mark Zuckerberg dus wel om een massaal publiek te trekken. Doordat mensen Hyves steeds vaker links lieten liggen, moesten ze wel mee naar Facebook om op de hoogte te blijven van wat vrienden en familie deden. De rest is geschiedenis. Inmiddels hebben de sociale netwerken van Zuckerberg miljarden gebruikers. Kom daar nog maar eens uit.
Trends zijn niet altijd blijvend
Een heel nieuw platform dat echt groot wordt, komt niet vaak voorbij. Maar de techsector blijft het proberen. Zo was daar BeReal, een app die is ingericht zodat mensen hun echte leven laten zien. Gebruikers krijgen elke dag één melding, waarna ze twee minuten de tijd hebben om een foto te maken van wat ze doen. Het werd dit jaar een trend.
Vorig jaar wist Clubhouse zo’n trend te ontketenen. Die app maakte openbare audiogesprekken populair (een soort live podcasts voor digitaal publiek). Toch bleven mensen niet echt hangen. In plaats daarvan werden functies van de dienst gekopieerd door andere platforms, zoals Twitter.
Een sociaal netwerk dat écht groot wordt, komt slechts eens in de vijf tot zeven jaar voorbij, schat Loth. Het lukte de Chinese videoapp TikTok wel. Dat trok aanvankelijk vooral jongeren, maar bereikt nu ook een oudere doelgroep. Een app heeft de meeste kans van slagen als de groep 15- tot 25-jarigen haar omarmt, zegt Loth.
De jeugd blijft volgens Loth op zoek naar iets nieuws. Het daddy-on-the-dancefloor-syndroom verklaart dat deels volgens haar: “Ze willen niet blijven waar hun ouders en werkgevers zijn.”