Kabinet helpt asielkinderen niet genoeg: 'Elk weekend spannend of elk kind bed heeft'

Kabinet helpt asielkinderen niet genoeg: ‘Elk weekend spannend of elk kind bed heeft’

Het kabinet voldoet niet aan de eis van de rechter om de asielopvang snel te verbeteren, concludeert UNICEF maandag. De organisatie maakt zich vooral grote zorgen om de situatie van asielkinderen. “Elk weekend is het weer spannend of ieder kind een bed heeft.”

Het kabinet werd 6 oktober op de vingers getikt door de bestuursrechter in Den Haag. Die oordeelde dat de asielopvang niet aan de Europese normen voldeed.

Onderdeel van de uitspraak was een harde eis om de situatie van asielkinderen per direct te verbeteren. Zo mocht die groep niet meer in crisisnoodopvangcentra worden opgevangen en maximaal vijf dagen in aanmeldcentrum Ter Apel verblijven.

UNICEF concludeert dat het kabinet tekortschiet. “De afgelopen weken verbleven er gemiddeld 250 tot 300 kinderen per dag in Ter Apel, vijf keer zoveel als toegestaan. Zij blijven er vijf tot zes weken in plaats van dagen. En elk weekend is het weer spannend of ieder kind een bed heeft.”

Kabinet kan kinderen niet (altijd) voortrekken

Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie) schrijft maandag in een Kamerbrief dat hij kinderen (en hun gezinsleden) momenteel geen voorrang kan geven bij het zoeken naar een opvangplek. Dat ligt volgens hem aan de “beperkte opvangcapaciteit”. “Er komen onvoldoende opvangplekken vrij in locaties waar een gezin geplaatst kan worden.”

Ook wil de staatssecretaris kinderen niet automatisch voortrekken ten koste van andere kwetsbare groepen. “Het hoeft niet in alle gevallen zwaarder te wegen dan de positie van andere kwetsbaren, zoals zwangere vrouwen en personen met medische problemen”, vindt Van der Burg.

De staatssecretaris zegt wel dat hij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft gevraagd om waar mogelijk voorrang te geven aan kinderen en hun gezinsleden. Daarbij moet het COA onder meer rekening houden met de tijd die het gezin in de opvang kan verblijven, om eindeloze verhuizingen te beperken. In sommige gevallen zal het voor het kind beter zijn om in een crisisnoodlocatie te blijven, verzekert Van der Burg.

Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie).


Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie).

Foto: ANP

Kinderen raken buitengesloten door constante verhuizingen

Die verhuizingen zijn UNICEF-directeur Suzanne Laszlo een doorn in het oog. “Kinderen worden constant verhuisd ‘omdat het even niet anders kan’. Daardoor lopen ze onderwijs mis en raken ze vriendjes kwijt, met sociaal isolement tot gevolg”, zegt Laszlo.

Van der Burg schrijft dat het “op de meeste noodopvanglocaties” is gelukt om leerplichtige asielkinderen de schoolbanken in te krijgen. “Maar gezien de huidige capaciteitsdruk in de asielopvang, en de toename van het aantal noodopvanglocaties, wordt het wel steeds moeilijker om het onderwijs snel te organiseren.”

Het verschil tussen asielopvang, noodopvang en crisisnoodopvang:

  • Het COA probeert asielzoekers op te vangen in asielzoekerscentra (azc’s). Dat zijn ‘kleine dorpjes’, met alle noodzakelijke voorzieningen. Een azc kan gemiddeld zo’n driehonderd tot vijftienhonderd asielzoekers opvangen.
  • Noodopvanglocaties zet het COA in als de asielzoekerscentra vol zitten. Er zijn minder voorzieningen dan in ‘gewone’ azc’s. Denk bijvoorbeeld aan huisjes in recreatieparken.
  • Crisisnoodopvangplekken zijn (zeer) eenvoudige, tijdelijke opvangplekken. Denk bijvoorbeeld aan lege sporthallen. Ze worden alleen ingezet in tijden waarin er veel extra bedden nodig zijn.

Veel kinderen zouden bovendien geen speelvoorzieningen hebben bij hun opvanglocatie. “Ze hebben weinig tot geen mogelijkheden om even gewoon kind te zijn”, sneert Laszlo. “Meer dan drieduizend kinderen zijn de dupe van dit falende asielbeleid. Zij raken steeds verder beschadigd.”

Volgens Van der Burg is het moeilijk om per locatie speelvoorzieningen op te zetten. Dat komt volgens hem doordat de crisisnoodopvang “in de regel niet bedoeld is voor de lange termijn”. De staatssecretaris ziet dat gemeenten, veiligheidsregio’s en vrijwilligers de kinderen alsnog activiteiten proberen aan te bieden.

Onduidelijk of gebrekkige oplossingen gevolgen hebben voor kabinet

Laszlo stelt dat het kabinet overzicht en coƶrdinatie mist. De UNICEF-directeur vindt dat er “geen zicht” is op de kinderen in de asielopvang en benadrukt dat er geen duidelijk beeld is van het aantal kinderen in de crisisnoodopvang.

Het is niet duidelijk of de tekortkomingen van het kabinet nog gevolgen hebben. Bij de uitspraak weigerde de rechter dwangsommen op te leggen, omdat justitie vertrouwt dat de Staat en het COA “vrijwillig aan het vonnis zullen voldoen”.