38 procent van de mensen die ooit een melding bij Veilig Thuis deden, doet opnieuw een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat blijkt maandag uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In het eerste half jaar van 2022 ontving Veilig Thuis 59.985 meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarvan deed 38 procent een zogenoemde hermelding.

Daarbij gaat het om personen die in de afgelopen drie jaar bekend waren bij Veilig Thuis. Deze mensen hadden dus eerder te maken met mishandeling en hadden daarvoor hulp gekregen, maar Veilig Thuis was niet langer betrokken bij hen.

Het aantal hermeldingen verschilt per regio. In Gooi en Vechtstreek is het aandeel
hermeldingen het laagst met 20,6 procent en in Zuid-Limburg het hoogst met 52,5 procent.

Bij 34 procent van de meldingen ging het om een nieuwe melding van huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze personen waren dus niet bekend bij Veilig Thuis.

In 27 procent van de gevallen ging het om een vervolgmelding. Dat is een melding van mensen die op dat moment betrokken zijn bij Veilig thuis. Het kan zijn dat het om hetzelfde incident gaat, maar de kans bestaat ook dat er een nieuw incident heeft plaatsgevonden.

Veilig Thuis is een advies- en meldpunt voor iedereen die vermoedens heeft van kindermishandeling en huiselijk geweld. Iemand die contact opneemt met Veilig Thuis kan advies krijgen over hoe om te gaan met zulke situaties. De verantwoordelijkheid voor eventuele vervolgstappen ligt bij Veilig Thuis.